e-mail: info@chirurgennoordwest.nl


Operatie voor borstkanker

Deze folder geeft u een globaal overzicht over de operatie voor borstkanker. Het is goed u te realiseren dat bij het vaststellen van een aandoening de situatie bij iedereen weer anders kan zijn.

Algemeen

Elke vrouw die te maken krijgt met borstkanker heeft haar eigen vragen en problemen. Deze informatie is bedoeld als algemene voorlichting; een inleiding voor een gesprek met uw chirurg. Ongetwijfeld hebt u na het lezen van deze folder nog vragen. Het is verstandig die op te schrijven, zodat u in het gesprek met uw chirurg geen belangrijke vragen vergeet. Soms zal voor U ook een afspraak met een andere medebehandelaar (bestralingsarts of internist) worden gemaakt voor een zogenaamde gecombineerde behandeling.

De behandeling

Wanneer borstkanker tot de borst en directe omgeving beperkt blijkt te zijn kan in de regel op twee manieren behandeld worden:

Borstsparende operatie

Het gezwel wordt ruim uit de borst weggenomen. De lymfeklieren in de okselholte aan de zijde van de behandelde borst worden, meestal via een aparte snee, of allemaal of slechts enkele verwijderd (zie folder Schildwachtklierprocedure). Bestraling (radiotherapie) is na deze operatie altijd noodzakelijk om de mogelijk in het achtergebleven borstklierweefsel aanwezige kwaadaardige cellen uit te schakelen.

Borstamputatie

De gehele borst wordt samen met de lymfeklieren in de oksel verwijderd. Soms kan het noodzakelijk zijn een gedeelte van de borstwandspieren mee te verwijderen met de bedoeling het gezwel ruim uit te nemen. Meestal kan de bestraling achterwege blijven. Wanneer bij onderzoek na de operatie blijkt dat het gezwel toch te dicht is genaderd tot de randen van het weggenomen weefsel, is bestraling alsnog aangewezen.

Deze beide behandelingen, mits in aanmerking komend en goed uitgevoerd, hebben een gelijke kans op genezing. Het vanzelfsprekende voordeel van de borstsparende behandeling is dat de borst behouden blijft. De vorm en kleur van de borst kunnen door de intensieve behandeling wel enige verandering vertonen, in vergelijking met de andere borst. Bij een amputatie, waarbij radiotherapie in het algemeen niet aangewezen is, is de gehele behandelingsduur korter. Na een borstamputatie kunt u een reconstructie van de borst overwegen. Er zijn verschillende manieren waarop de plastisch chirurg de reconstructie kan uitvoeren. U kunt altijd via uw chirurg advies vragen aan de plastisch chirurg.

Wanneer komt u voor een borstsparende behandeling in aanmerking?

De borstsparende behandeling is niet aangewezen als het gezwel te groot is in verhouding tot de grootte van de borst. In dat geval is het cosmetisch resultaat teleurstellend. Als er meer dan een gezwel in de borst is of als er uitgebreide uitlopers van borstkankercellen zijn, dan is er een verhoogd risico dat na borstsparende behandeling het gezwel weer in de borst uitgroeit. De groeiwijze van de tumor is soms ook een reden om niet tot een borstsparende behandeling over te gaan. Wordt wel aan alle voorwaarden voldaan dan is de keuze van behandeling uiteindelijk aan u. Uw chirurg zal u daar in gaarne bijstaan en zo nodig verder van advies dienen.

Mogelijke complicaties

Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Zo zijn er ook bij borstoperaties de normale risico's op complicaties van een operatie zoals trombose, longontsteking, nabloeding, wondinfectie. Een operatie voor borstkanker is lichamelijk gezien geen zware operatie. Vrouwen op hogere leeftijd kunnen de operatie veilig doorstaan. Doordat meestal de gevoelszenuwen die dwars door de oksel lopen moeten worden weggenomen, kunt u na de operatie aan de binnenkant van de bovenarm een gevoelloos gebied ontdekken. Dit gebied 'slaapt'. Dit 'nare' gevoel is blijvend. Om bloed en wondvocht weg te zuigen zijn er één of twee dunne slangetjes (drains) in het operatieterrein aangebracht. Een drain kan meestal na enkele dagen verwijderd worden, hetgeen nagenoeg pijnloos is. De laatste drain is ongeveer een week nodig. Daarna kan toch nog wondvochtophoping (seroomvorming) ontstaan. Met behulp van een spuit kan het vocht over het algemeen pijnloos worden verwijderd. Een enkele maal is de wondgenezing vertraagd door een infectie.

Na de operatie

Stijve arm

Door de operatie is de arm aan de kant van de geopereerde borst stijf geworden. U wordt geadviseerd uw arm te oefenen. Het is van belang dat u de armoefeningen die u in het ziekenhuis leert, thuis voortzet. Probeer een aantal keren (een tot vier) per dag te oefenen. Forceer u zelf niet. Meestal is de functie van de arm en de schouder na enige maanden weer vrijwel normaal.

Dikke arm, lymfoedeem

Bij de operatie zijn de okselklieren verwijderd. Deze klieren hebben de taak om het lymfevocht af te voeren. Met name vanuit de arm kan het lymfevocht minder gemakkelijk worden afgevoerd. Er ontstaat extra lymfevocht als u te veel zwaar werk doet met uw arm of wanneer u aan uw arm of hand een ontsteking krijgt. Ontzie daarom uw arm en draag handschoenen bij huishoudelijk werk en bij het werken in de tuin. De kans op een hinderlijke dikke arm is vijf tot tien procent. Dat wil zeggen dat meer dan 90% van alle vrouwen geen dikke arm heeft en normaal kan functioneren. Als uw arm toch dikker of gezwollen wordt, raad pleeg uw specialist of huisarts.

De uitslag en aanvullende behandelingen

De uitslagen van het microscopisch onderzoek van het verwijderd borstklierweefsel en de lymfeklieren zijn na ongeveer een week bekend en worden met u besproken. Het is verstandig om partner of vriend mee te nemen, daar vaak de uitslag van het onderzoek een emotioneel gebeuren is. Naar aanleiding van deze bevindingen kan aanvullend onderzoek noodzakelijk zijn. Daarna kan aanvullende behandeling zoals radiotherapie, hormonale therapie of chemotherapie worden geadviseerd. In dat geval ontvangt u nadere informatie.

Aftercare

In ons ziekenhuis is het mogelijk om na het eerste gesprek met de chirurg een gesprek te hebben met onze Aftercare verpleegkundige. Zij is speciaal opgeleid om mensen te begeleiden met borstkanker. Ze kan u in een wat minder bedreigende omgeving informatie geven over het beloop van de opname, de behandeling en nog eens herhalen wat uw chirurg u heeft verteld. Indien U daar op dat moment geen behoefte aan heeft kunt u altijd in een latere fase van het ziekteproces een beroep op haar doen. Zij is telefonisch bereikbaar onder 072-5484444, piepernummer 5422. Daarnaast kennen we het lotgenotencontact.

Lotgenotencontact

Ook kunt u contact opnemen met een lotgenote als u weer thuis bent. Dit kan eventueel via het Landelijk Contactorgaan Begeleiding Borstkankerpatiënten (LCBB), afdeling Alkmaar.

Hoe nu verder?

Reeds in het ziekenhuis wordt u geïnformeerd over de mogelijkheden (indien nodig) van prothesevoorziening. Tevens krijgt u desgewenst de adressen van informatiecentra, lotgenotencontact. Een ander gevolg van de behandeling van borstkanker is dat u geadviseerd wordt, hoe gunstig de situatie ook lijkt, vele jaren onder controle te blijven. Deze controles zijn niet alleen bedoeld om bijtijds in te grijpen als de ziekte toch weer de kop opsteekt, maar ook voor de gezonde borst. Voor u wil dat zeggen: steeds weer wat angstige spanning voor iedere controle (gelukkig meestal ook weer de opluchting daarna), maar ook de mogelijkheid vragen te bespreken.

Hebt u nog vragen, stel ze gerust.

Terug naar het begin van de tekst