Doppler vaatonderzoek
Deze folder geeft u een globaal overzicht bij de gang van zaken bij een Doppler vaatonderzoek. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor iedereen weer anders kan zijn.
Binnenkort wordt bij u een vaatonderzoek, ook wel Doppleronderzoek genoemd, gedaan. De bedoeling is de bloedstroom in de vaten, slagaders of aders te onderzoeken. Dit onderzoek wordt gedaan bij mensen die tijdens het lopen pijn in hun benen krijgen. Deze aandoening wordt in de volksmond ook wel 'etalagebenen' genoemd. Officieel heet het: claudicatio intermittens. Dit is eveneens een methode van onderzoek bij mensen met spataderen.
WAT IS EEN VAATONDERZOEK?
Bij een vaatonderzoek worden de (slag)aders in uw armen en/of benen onderzocht. Met behulp van geluidsgolven wordt door een vaatlaborante geluisterd naar de bloedstroom. Vervolgens meet zij de bloeddruk in beide benen en armen. Afhankelijk van uw conditie doet u ook een looptest op een lopende band. Tijdens deze test geeft u aan wanneer en waar u pijn krijgt bij het lopen. Het onder zoek vindt plaats in de vaatfunctiekamer en duurt ongeveer 30 à 40 minuten.
VOORBEREIDING OP HET ONDERZOEK
Het is van belang om met een goed uitgerust lichaam te starten met het onderzoek. We vragen u dan ook om tien minuten voor aanvang aanwezig te zijn, zodat uw lichaam even tot rust kan komen. Tijdens het onderzoek krijgt u een bloeddrukband om beide enkels.
VÓÓR HET ONDERZOEK
Voor het onderzoek doet u uw schoenen, bovenbroek of rok uit. De vaatlaborante noteert uw lengte en gewicht en vraagt u dan om op de onderzoeksbank te gaan liggen.
HET ONDERZOEK MET GELUIDSGOLVEN
Het beluisteren van de bloedvaten is niet pijnlijk. Dit gebeurt met een staafje, zo groot als een balpen, en geleidende gel. De geluidsgolven die het staafje uitzendt worden door het bloed dat door de slagaders stroomt, teruggekaatst. Vervolgens vangt het staafje de golven weer op en dit signaal wordt door het Dopplerapparaat hoor- en zichtbaar gemaakt. Het geluid dat u hoort is een versterking van dit signaal. Dit lawaai is normaal. Op een monitor zijn deze golven te zien. Van ieder onderzocht bloedvat wordt een registratie gemaakt in de computer. Aan het einde van het onderzoek wordt een afdruk gemaakt van alle onder zochte vaten.
TIJDENS HET ONDERZOEK
U mag op uw rug op de onderzoeksbank gaan liggen. Achtereenvolgens wordt er geluisterd naar de bloedvaten in de liezen, knieholten en enkels. Dit duurt ongeveer 10 minuten.
HET METEN VAN DE BLOEDDRUK
Het tweede deel van het onderzoek bestaat uit het meten van de bloeddruk van uw enkels en armen. Hiervoor krijgt u een band om beide enkels en armen. Iedere band wordt afzonderlijk opgepompt en langzaam ontlucht. Soms is het nodig om ook de bloeddruk van de kuit en het bovenbeen te meten. Dan krijgt u ook daar banden om die opgepompt worden. De drukmeting in de benen kàn even pijnlijk zijn. U heeft de minste last als u ontspannen gaat liggen. De vaatlaborante noteert telkens de resultaten van de bloeddrukmeting. Daarna verwijdert zij de banden en kunt u van de onderzoeksbank afstappen.
DE LOOPTEST
Om te bepalen hoe snel de pijn bij het lopen optreedt moeten sommige mensen een looptest doen. U loopt dan maximaal 300 meter op een lopende band. Dit gebeurt in een wandeltempo (2,5 à 3 km/uur). Het is belangrijk dat u tijdens het lopen direct zegt waar en wanneer u pijn voelt en of die pijn verandert. Hierna meet de vaatlaborante nogmaals de bloeddruk aan beide enkels en armen en noteert de waarden. De looptest duurt ongeveer vijf minuten.
NA HET ONDERZOEK
Na het onderzoek kleedt u zich weer aan. Er wordt naar gestreefd uw afspraak bij de vaatchirurg zo snel mogelijk te laten plaatsvinden. Uw arts bespreekt de uitslag van het onderzoek met u.
WACHTTIJD
Uiteraard proberen we u op het afgesproken tijdstip te helpen. Soms kan het gebeuren dat u toch moet wachten door bijvoorbeeld een spoedgeval of onvoorziene omstandigheden. We vragen hiervoor uw begrip. Als u nog vragen heeft over het vaatonderzoek stel ze dan gerust aan de vaatlaborante of de arts van de polikliniek Chirurgie.
Wilt u zich een kwartier voor de afgesproken tijd melden bij de balie of plaatsnemen in de wachtruimte bij de vaatfunctieafdeling, zodat uw benen goed uitgerust zijn wanneer het onderzoek gestart wordt. Als u onverwacht verhinderd bent, geeft u ons dit dan zo snel mogelijk door. We kunnen met u een nieuwe afspraak maken en de vrijgekomen tijd voor een andere patiënt reserveren.